dinsdag 29 maart 2011

Cajamarcaaa

Hallo!

Deze blog was ik beginnen schrijven op 11 maart, maar daarna ben ik die vergeten afmaken en vandaag heb ik dan het tweede deel gechreven.

Blog 11.03.2011
Cajamarca
Hola!
Deze maand heb ik weer doorgebracht in mijn stad, Cajamarca. Helaas is het regenseizoen hier volop bezig en is het hier vaak ijskoud. Deze maand ben ik veel thuis geweest, vooral in het begin omdat toen veel van mijn vrienden op reis waren, maar toen kwamen gelukkig Belgen Wouter en Jorden terug en kon ik weer allemaal leuke dingen doen. Met Wouter ben ik twee keer gaan frontonnen, dat is een sport die lijkt op squashen, maar dan een Peruaanse interpretatie ervan. We zijn ook eens met de drie Belgen naar het dorpje Baños del Inca geweest, een plaats waar onder de grond een soort vulkaan ligt en waar heet water naar boven stroomt, dat mooi terecht komt in een reeks geconstrueerde baden, waarin volgens de legende de Inca Atahualpa zich nog in ging baden en zijn vrienden hun eten in kookten. Nu zijn er in Baños del Inca veel zwembaden en is een kuuroord, waar je kan genieten van warme douches, allemaal verschillende warme baden en massages enzo.
Die avond zijn we heerlijke pizza gaan eten in een kleine, gezellige pizzeria, waar de oven in de eetruimte staat en waar je je pizza vers gemaakt ziet worden. Na een heerlijke pizza, zijn we nog voor één euro naar een leuke film gaan kijken in de enige cinema van Cajamarca, waar je keuze hebt tussen vier verschillende films en toen zat onze goed gevulde dag erop.

Verder is Cajamarca in Peru bekend om de manier waarop ze Carnaval vieren. Nergens in Peru wordt er rond die dagen zo hard gefeest als hier, maar ze vieren dat wel heel anders dan in België. Vanaf de eerste week van januari beginnen ze hier al te feesten en water te gooien op voorbijgangers. Met waterbalonnen en waterpistolen maken jongens meisjes nat en meisjes jongens. Tot acht maart kon je hier elk moment vol water gegooid worden, wat het steeds spannend maakte om buiten te komen. Verder gaan de Cajamarquinos vanaf meer dan een maand voor Carnaval elke avond buiten muziek maken met hun vrienden en bier drinken, of een soort modderkleurige drank van de Inca’s, die ze zelf stoken in hun huizen. Die drank is typisch voor Carnaval en heeft een heel vreemde smaak. Mijn familie en vrienden hier vertelden me dat Carnaval vroeger veel traditioneler en harder werd gevierd en dat veel groepen vrienden zeven dagen ronddwaalden in de stad, van deur tot deur muziek makend. Ze mochten dan steeds in huizen blijven, waar ze eten kregen en een feestje bouwden en daarna weer verder op tocht gingen. Vroeger werd er in Cajamarca ook elke avond gefeest op het hoofdplein, maar iedereen plaste daar tegen de gebouwen en de fontein en ze maakten het plein vuil en de monumenten kapot, dus besloot de laatste burgemeester om het plein verboden terrein te maken voor feestgangers, wat hem ongelooflijk onpopulair maakte bij de bevolking. Het plein blijft nu wel mooi, maar Carnaval gaat hier een beetje verloren.
De belangrijkste dagen waarop ze hier vierden, vielen tussen zaterdag vijf en dinsdag acht maart. Zaterdag was een dag waarop groepen vrienden buiten rondliepen en met verf en water gooiden. Vele mensen gingen niet buitengaan die dag, uit angst om vol verf terug te keren, maar ik moest helaas dringend naar de bank en had geen keuze. Ik stond dus speciaal vroeg op in de hoop dat er dan nog niemand met verf buiten zou staan en voor alle zekerheid nam ik een mototaxi naar de bank. Onderweg zag ik nog niemand met verf en de terugweg moest ik niet alleen afleggen omdat Wouter ook naar de bank was gegaan, dus dapper als we waren gingen we wandelend terug. Niet zo’n goed idee! Alle Cajamarquinos waren intussen wakker en we kwamen vele groepen tegen met verfpotten. De eersten konden we ontwijken, maar daarna kwam er een hele groep geschilderde mensen aan die mij zagen en achter mij aan begonnen te lopen. Ze omsingelden me en gooiden me vol verf. Gelukkig wist ik op voorhand dat zoiets kon gebeuren en had ik slechte kleren aangedaan. Verder op weg naar huis werd nog vanuit bijna elk huis uit een raam een emmer water op mij gegooid en nog vele verschilldende kleuren verf. Het was grappig, maar heel koud!  Toen ik terug van de bank kwam, belde mijn Peruaanse neef Carlos om af te spreken om samen met zijn vrienden door de straten te lopen, wat ongeveer alle jongeren in Cajamarca die zaterdag deden. Voor we richting het hoofdplein zouden wandelen, schilderden we wel allemaal onze gezichten, zodat niet elke groep ons vol verf zou gooien. Als je al geverfd bent, laten ze je blijkbaar sneller met rust en op die manier konden we tenminste kiezen met welke soort verf we volhingen want buiten gooiden ze met alles: van muurverf tot oude motorolie!
Ik mocht de jongens volschilderen en heb hun allemaal een heel grappig gekleurd gezicht gegeven. Op eentje heb ik een baard en een gigantische zwarte unibrow geschilderd en een andere werd helemaal groen met een geel brilletje. Daarna waren we klaar om te vertrekken! Onderweg naar het plein kwamen we allemaal kleurige en natte mensen tegen met emmers die gevuld waren met water of verf. Spijtig genoeg stond er voor het plein een levende muur van politieagenten met schilden en helmen. Andere jaren, voordat de strenge burgemeester het hier voor het zeggen had, kwamen daar alle mensen samen om te zingen, te drinken en met verf te gooien, wat natuurlijk zijn gevolgen had voor het mooie oude plein. We liepen dus maar wat rond in de stad, waarbij er af en toe iemand met verf op ons gooide en heel de tijd mensen water gooiden. Vooral op mij, want ik viel wel op als enige persoon zonder zwart haar. Na een tijdje verdween de zon en begon het nog te regenen ook, wat ervoor zorgden dat iedereen zijn emmers weer kon vullen… met het water dat in de goot liep en meer bruin was dan doorzichtig. Het was ijskoud! Na een paar uur bevriezen, gingen we terug naar huis en in elke straat werd ik weer vol water gegooid. Thuis wachtte er gelukkig lekker warme soep op mij en een warme douche, net wat ik nodig had! Daarna ben ik even terug in bed gekropen, om wat op te warmen en klaar te zijn om in de avond te gaan feesten in de stad.
In een straat vlak bij het hoofdplein was er die avond buiten een heel leuk feestje, met voor een keer eens niet Peruaanse muziek, maar met electronica. De stad bleef heel de nacht gevuld met feestgangers, tot de zon opkwam en de volgende dag begon. Die dag was er een stoet, waarbij elke wijk een heel leuk geklede groep stuurde om door de straten te wandelen. Sommigen hadden de typische kleren van Carnaval in Cajamarca aan, met een hele hoge gekke punthoed die tot vijf meter hoog kon zijn en heel veel kleuren, anderen waren in een thema gekleed. Al die mensen gingen ook in de stoet van de volgende dag lopen, dus hield ik die zondag maar een rustdag om te vermijden dat ik nog eens kletsnat en vol verf zou thuiskomen. De volgende dag kwam dan de grote stoet! Alle groepen hadden ook hun koningin uitgekozen en velen hadden ook grote praalwagens gemaat van camions en met veel verbeelding en creativiteit. Er waren echt heel originele wagens bij! Op eentje hadden ze een stenen huisje nagebouwd en daar waren boerinnetjes cavia’s aan het koken. Op een  andere wagen stond een gigantische kookpot met een even grote cavia erin en in een boom hadden ze die arme diertjes opgehangen, wel al dood en opengesneden. Dat zag er niet echt smakelijk uit, maar Cajamarquinos zijn nu eenmaal heel trots op hun favoriete gerecht…
Tijdens het wachten op de stoet, werden er heel de tijd waterbalonnen naar mij gegooid en spuitten jongens mij nat met hun waterpistolen. Toen er een man langs kwam die grote waterpistolen verkocht voor minder dan vier euro, kocht ik er dan maar eentje om iets terug te kunnen doen. Ik amuseerde me heel hard hoofden van jongens nat te spuiten met water, tot er eentje zich omdraaide en ik zag dat hij een pistool had dat drie keer zo groot was dan het mijne… Hij moest heel hard lachen met mijn poging hem nat te maken en na een paar seconden kreeg ik weer liters water over mij. Heel koud, maar wel grappig!
Toen de stoet gedaan was, ging ik weer naar huis met Wouter en net toen we om de hoek gingen van de drukke straat, vloog de laatste waterballon in onze richting, net tegen wouter zijn oor. Hij voelde direct veel pijn en hoorde niets meer met dat oor en die avond vertelde een dokter hem dat zijn trommelvlies was gescheurd en het bloed in zijn gehoorgang was gelopen. Daar was dat bloed dan gestold en daardoor hoorde hij niets meer. Dat was pas pech!

29.03.2011
Oeps, even mijn blog uit het oog verloren!
Ik was vorige keer ergens in het midden van een bericht gestopt en nu weet ik niet meer wat ik nog ging schrijven, dus begin ik maar een nieuw deel. Intussen zijn er weer zo’n drie weken voorbij en is Wouter zijn oor al beter. Hij heeft nog altijd een gat in zijn trommelvlies en mag niet zwemmen of douchen zonder vieze wat in zijn oor, maar hoort wel al weer! Joepie!

Na nog twee weken in het koude Cajamarca te hebben doorgebracht, ben ik vorige week nog eens naar de kust gegaan. Michelle, mijn vriendin en ex-klagenoot en ook intercambiostudent, was een weekje uit de bergen in Ecuador ontsnapt om die tijd samen aan Trujillo door te brengen, een stad aan de kust waar mijn gastgezin een appartement heeft. Dat was echt heel leuk!  We zijn een dagje naar het strand geweest, hebben Belgische dingen gekookt  (kaaskroketten en balletjes in tomatensaus!) en nog van die dingen. Zo leuk dat we elkaar weer zagen en we hebben heel veel gelachen en veel gefeest. De week was wel veel te snel voorbij en na zo’n leuke tijd moest ik Michelle al weer op haar bus naar Ecuador zetten, klaar voor drie lange busritten van in totaal 22 uur. En daartussen dan nog saaie momenten in busstations! Ik moest gelukkig maar vijf uur reizen om terug in Cajamarca te raken, want Wouter ging autorijden nadat hij een weekendje aan zee had doorgebracht met zijn gastgezin en dat gaat veel sneller dan de bus. Voordat we vertrokken wouden we nog snel in de zee gaan zwemmen. Het werd nog een heel gedoe voor mij om aan zee te raken, maar uiteindelijk kwam ik aan en hadden we een kwartiertje de tijd om in de zee te springen. Gelukkig was dat weinig tijd om na te denken, want de zee was IJSkoud en er was geen zon! Het was zelfs al fris voor we in de zee liepen, maar we waren dapper en al snel zwommen we tussen de golven. Wouter dan wel met een watje in zijn beschadigd oor, ocharme.
Na het zwemmen ging ik nog even naar het appartement en daarna vertrokken we tegen de avond naar Cajamarca. Na het eten ruilde ik 20 sol (Peruaans geld ,yeah) met Wouter en toen hij daar bij de douane mee wilde betalen, bleek dat vals geld te zijn. Het was heel goed nagemaakt, maar douane-mensen zien zo’n dingen nu eenmaal heel goed en na wat uitleg zag ik ook dat er een klein verschil was met echt geld. Vreemd genoeg heeft de politieman die daar stond het biljet niet verknipt en mocht ik het houden. Leuk als bladwijzer of om in te kaderen dan maar.
Zondagavond kwamen we dan aan in Cajamarca en dat was ineens ook de laatste vakantiedag. Maandag moest ik alweer naar school om mijn uurrooster te gaan halen. De professor stelde een aatal vakken voor, waartussen ik dan mocht kiezen en nu heb ik wel hele leuke vakken. Mijn lessen beginnen wel twee keer per week om zeven uur in de ochtend, waardoor ik om zes uur zal moeten opstaan en ik heb op woensdagen les van zeven uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds maar verder is dat allemaal dik ok. De vakken die ik ga krijgen zijn fotografie 2, grafisch design/ publiciteit, Audiovisueel script, Audiovisuele technieken, Workshop Creativiteit en Internacionale Realiteit. Zo leuk allemaal! Morgen heb ik mijn eerste drie lessen en dan ben ik meteen de hele dag op de univ en sta ik op om zes uur, net als overmorgen. Dat wordt wel even vermoeiend!
Verder ga ik vandaag nog naar de film, net als gisteren. Vandaag ga ik naar The Black Swan, blijkbaar een hele leuke film. De cinema heeft zijn prijzen wel opgeslagen met 15 eurocent. Nu kost de inkom 1,10 euro!
Zo, dat was het dan. Morgen staat mij een lange dag te wachten!
Hasta Luego!
Hanne

vrijdag 11 februari 2011

januari: Trujillo, Tortugas, Nazca, Ica, Paracas, Ayacucho, Huancayo, Lima,... Cajamarca

Hallo,
Deze blog is voor een groot deel op reis geschreven, in allemaal stukjes. De dag waarop ik elk stukje heb geschreven, staat er steeds boven.
In totaal superveel tekst, dus het kan ook gewoon in stukjes gelezen worden:)
De foto's zeggen natuurlijk veel meer en staan binnenkort allemaal op facebook. Ik ben ze aan het uploaden!

Zo, begin maar te lezen dan he:)
Hanne

24/01
Hallo,
De tijd gaat snel! Het is al eind januari, dus ik zit hier al bijna 5 maand, wat betekent dat ik binnenkort in de helft van mijn avontuur zit, aiai! In januari heb ik niet zoveel gedaan. Het is hier zomervakantie en dan gaat mijn gastfamilie elk jaar naar hun appartement aan zee, waar mijn gastzus woont, omdat het daar dan lekker warm is terwijl het in Cajamarca enorm veel regent. Dit jaar werken ze wel veel en komen ze maar af en toe naar Trujillo, terwijl ik daar met zus Noemy, haar broer, tante en nicht zit. Noemy is heel leuk, maar zij werkt wel vijf dagen per week omdat ze net is afgestudeerd en nu aan haar stage bezig is. De weken in Trujillo zijn daardoor vrij rustig, terwijl we dan wel leuke dingen doen in het weekend. Ik ben dan maar op zoek gegaan naar een hobby en nu ga ik drie dagen per week zwemmen en heb ik twee keer per week salsales, wat echt leuk is, maar moeilijk voor een Belg omdat alle Peruanen sowieso al goed dansen en de lessen dus heel snel vooruit gaan. Maar leuk!
Het huis in Trujillo is van mijn gastmama en haar twee zussen en elk gezin heeft daar zijn verdieping. Af en toe komt heel de familie en dan is het leuk want dan gaan we wel eens naar het strand. Dat kan ik nog niet alleen doen omdat het strand ver is en ik de weg nog niet ken en ook nog niet weet weke bus ik kan nemen enzo, maar dat ga ik nog eens allemaal uitzoeken. Het is dan wel heel leuk als we eens met de familie naar het strand gaan. De zee is wel ijskoud, maar op het zand is het heel warm.
Verder kon ik in Trujillo mijn tijd verdrijven met naar de winkel gaan, mijn was met de hand doen, wat belachelijk lang duurt (er was een wasmachine, wat ik in Cajamarca niet had, maar die kunnen we niet meer gebruiken omdat die in het appartement van een van de tantes staat en ze denkt dat we die kapotmaken en dus doet ze haar appartement op slot), naar het shoppingcenter gaan, dat veel groter is dan het kleine winkelcentrum in Cajamarca, een film kijken, lezen, muziek luisteren en nog wat van die dingen. Cajamarca ken ik veel beter en daar heb ik veel meer leuke dingen te doen, maar in Trujillo schijnt wel altijd de zon, dus ik vind het nog altijd leuk om daar te zijn!

Op 19 januari, na iets meer dan twee weken Trujillo, hadden we een weekend met alle AFS’ers die een jaartje op school zitten in Peru. Het was een oriëntatieweekend om over de cultuur te praten en zo van die dingen, maar het was eigenlijk vooral leuk om iedereen terug te zien en hun verhalen te horen. Vooral leuk om buurmeisje/klasgenoot Hanne Hoet terug te zien natuurlijk! Zij zit een jaartje in Iquitos, wat heel afgelegen in de jungle ligt, dus haar had ik al sinds september niet meer gezien.
Op het weekend werd er vooral geklaagd over de organisatie AFS. Heel veel mensen hadden problemen en waren boos en gefrustreerd over de mensen die bij AFS werken. AFS Peru is gewoon echt heel slecht in communiceren en dingen organiseren. Om bijvoorbeeld op het kamp te raken moest je al heel veel moeite doen en sommigen wisten van niks tot de dag ervoor. En heel vaak als je iets vraagt aan de mensen van AFS, dan snappen ze het niet. Het was wel boeiend om eens te horen wat de problemen waren van de anderen en waarmee zei het moeilijk hadden enzo.
Verder was het kamp gewoon heel leuk. We deden bijna geen activiteiten en hadden dus heel veel tijd om bij te praten met iedereen uit alle hoeken van Peru . Het domein waar we zaten, lag vlak bij het strand en bij een heel klein dorpje, Tortugas, op een half uur van de stad Chimbote, maar die hebben we spijtig genoeg niet bezocht. De stranden waren wel heel mooi, maar ik durfde niet te zwemmen omdat een paar locals ons verteld hadden dat er daar heel veel pijlstaartroggen in het water zitten en dat een steek daarvan verschrikkelijk veel pijn doet en gevaarlijk is.
Een ander dier dat daar ook in het water zat, was een zeeleeuw, wat we wisten omdat er eentje op het strand lag. Drie meter lang, zonder hoofd en met stukjes uit, wat niet zo een mooi zicht was, maar we hebben er wel leuke foto’s mee getrokken.
Het kamp duurde tot 23 januari en daarna zijn we naar Lima vertrokken om van daar op onafhankelijke reis te gaan. Van AFS mag elke student in het buitenland zo 15 dagen onafhankelijk reizen en wij hebben met vier meisjes besloten om zo na het kamp een reis in het zuiden te maken. De andere drie wonen in Iquitos en kunnen Lima enkel bereiken met het vliegtuig, omdat er geen enkele weg vanuit Iquitos naar een andere stad loopt. Je kan van daar enkel reizen vanuit de lucht of in een boot, maar dat tweede duurt wel meerdere dagen. Om maar één keer naar Lima en terug te moeten vliegen, vertrokken we dus op reis na het kamp van AFS. We hebben dan vanuit Lima een bus van vijf uur genomen naar Ica, een stad in de woestijn, om van daar nog even een bus van twee en een half uur naar Nazca te nemen, waar we vandaag enkele mysterieze Nazca-lijnen zijn gaan bekijken. Die lijnen zijn meer dan 2000 jaar oud en zijn door Inka’s getekend in het zand, maar zijn nog steeds niet weg. De lijnen vormen hele grote tekeningen, die allemaal nog eens door lijnen zijn verbonden en dat over een oppervlakte van vele kilometers. Het zijn vooral tekeningen van vogels en andere dieren, zoals een aap en een spin, maar de meesten zijn enkel vanuit de lucht te zien en een vliegtuigje mochten we niet nemen omdat dat te gevaarlijk is. We hebben vanuit een uitzichtpunt wel een vogel met grote handen gezien en een boom en ook nog bijna 40 lijnen die vanuit een punt vertrokken en nog kilometers verder rechtdoor lopen. En dat dan 2000 jaar oud, dat is wel indrukwekkend!
We zijn ook naar het museum geweest over de Nazca beschavingen, dat vroeger het huis was van een Duitse onderzoekster die daar bijna haar hele leven heeft gewoond terwijl ze de lijnen onderzocht. Op haar 95e is ze dan overleden en is ze begraven in haar tuin, die nu ook een deel is van het museum. ‘De vrouw van de Nazca-lijnen’ staat er geschreven op haar graf, omdat zij de belangrijkste onderzoekster van de lijnen was en er heel veel over heeft ontdekt.
Na het museum zijn we pannenkoeken gaan bakken als middageten en nu zitten we al weer op de bus naar Ica. We zijn maar één nacht in Nazca gebleven, in een Brabants hostel dat maar drie euro kostte per nacht en waar de mensen heel vriendelijk waren. De eigenaar is een Nederlandse vrouw, maar zij was net op vakantie.
We zitten nu op een niet zo comfortabele bus in het midden van een woestijn en over een halfuur zouden we normaal gezien aankomen in Ica, van waar we naar Huacachina gaan, een dorpje in de woestijn aan een hele mooie oase, waar we morgen gaan proberen zandsurfen op de gigantische zandbergen. Dat doet blijkbaar wel heel veel pijn in het begin omdat je dan veel valt en je moet eerst heel die duinen opwandelen onder de brandende woestijnzon, maar iedereen zegt dat het dat echt waard is! Ik ben benieuwd!
Dat is het begin van onze reis al. We zijn nu twee dagen weg en hebben dus nog 13 dagen te gaan. En ik heb het nu al veel te warm!

Veel groetjes vanuit de woestijn!
Hanne

26/01/2011
Hallo,
Ik schrijf nu weer vanuit een bus, maar deze keer die van Ica naar Pisco. We zijn twee nachten in een hotel in Huacachina gebleven, een plaats aan een prachtige oase op zo’n tien minuten rijden van Ica. Om daar te raken moesten we een taxi nemen vanuit Ica, die langs een weg door de woestijn reed tot we plots tussen de reuzegrote duinen een meer zagen met veel palmbomen en een paar hotels errond. Het was echt heel mooi. We kwamen tegen de namiddag aan in ons hotel en konden daar voor de volgende dag al een tour boeken door de woestijn waarbij we zouden gaan surfen op de duinen. Sandboarden heet dat en we hadden daar al heel veel leuke verhalen over gehoord dus we wouden dat zeker eens proberen.
In huacachino was het veel te warm, maar gelukkig was er in ons hotel een zwembad, waar we die avond nog zijn ingesprongen voor we gingen eten in een ander leuk hotel.

De volgende dag zijn we in de ochtend naar de stad Ica gegaan om die plaats ook eens te verkennen. De stad Ica zelf was vrij druk, maar we hebben er toch een paar mooie plaatsen gevonden, zoals de ‘plaza de armas’ (het hoofdplein) en een paar kerkjes. We zijn iets buiten de stad ook een wijngaard gaan bezoeken waar ze heel artesanaal wijn en Pisco (typische drank van Peru die ook van druiven wordt gemaakt maar ongeveer 40% alcohol bevat) maken. We kregen daar een gratis rondleiding waarbij we eerst de druiven zagen en daarna de plaats waar die elk jaar in maart geperst worden. Die plaats leek een beetje op een ondiep zwembad en onze gids legde uit dat daar de druiven worden ingeloosd, waarna er een hele nacht op gedanst wordt op blote voeten en zo het sap verkregen wordt. Daarna loopt het naar grote stenen vaten, die ze iets verder dan de helft vullen en daarna een week open laten staan. Na een week zetten ze er dan deksels op en nog een week later zit er al genoeg alcohol in en is de wijn bijna klaar. Een deel wordt dan wel nog apart gedestilleerd om er Pisco van te maken. Dat wordt gedaan in een heel grote put in de grond, waar een gigantisch vat staat van zo’n 1500 liter dat gevuld wordt met het druivensap dat tegen dan al twee weken gerijpt is. Wekenlang laten ze daaronder dan een groot houtvuur branden, waardoor de damp opstijgt naar een gat in het grote vat en daardoor door een netwerk van buisjes in een groot zwembad verdwijnt, waar het gas afkoelt en weer vloeibaar wordt en even later in een ander vat wordt opgevangen als Pisco, met zo’n 40 procent alcohol. De laatste test om het percentage en de smaak te controleren, wordt daarna nog snel even gedaan door een paar mannen, die hun vingers eens in het vat steken en dan proeven. Hierna kan de Pisco gedronken worden! En ook dat hebben we natuurlijk gedaan! Aan het einde van de rondleiding kregen we elk zeven glaasjes om de verschillende Pisco’s en wijnen te proeven en daarna mochten we nog heel lekkere confituur proeven, die ze daar ook maken. Dat was het einde van deze leuke rondleiding.
Erna zijn we teruggegaan tot in Huacachina, om daar nog even te gaan eten in een boom op het strandje aan de oase, met een prachtig uitzicht natuurlijk. Na het eten zijn we langs wat winkeltjes gestapt en daarna nog snel even naar het hotel gegaan om in het zwembad te springen, want het was nog altijd veel te warm. Daarna moesten we ons haasten om op tijd in de buggy te zitten die ons door de woestijn zou voeren. Het was een kar waar we met ongeveer tien personen in pasten en waar we ons in moesten vastzetten met een rare gordel wie over onze twee schouders zat omdat we af en toe even de lucht in konden vliegen door de duinen in de woestijn. Toen begon de trip. Meteen reden we heel snel de woestijn in en konden we genieten van prachtige uitzichten. Na een paar minuten zagen we de oase waar ons hotel was van wat hoger in de duinen en dat was echt prachtig. Wel moeilijk om foto’s te trekken terwijl je zo wild aan het rijden bent!
Na een tijdje stopte de chauffeur, zodat we foto’s konden trekken. We hebben daar dan wat gekke foto’s getrokken tussen de zandbergen, waarna  we onze tocht weer verder konden zetten. Altijd maar wilder! De eerste keer dat we boven aan een duin kwamen en de chauffeur aan een supersteile afdaling begon, waren we natuurlijk hard geschrokken en wat aan het gillen, maar ook dat was heel leuk. En na een tijdje cruisen door het zand, kwamen we weer aan zo’n berg, maar deze keer stopte de buggy bovenaan en gingen we niet naar beneden rijden. We gingen naar beneden glijden!
We kregen allemaal een ‘sandboard’, een heel eenvoudig bord dat leek op een snowboard, waar we vanonder was op smeerden en er dan op moesten gaan liggen. Daarna duwde de chauffeur ons één voor één de berg af. Ik vond het heel eng om de anderen eerst te zien, want dat was een hele steile en hoge berg en die leken allemaal wel echt snel naar beneden te glijden, maar ik kreeg geen tijd om lang na te denken want de man duwde ook mij snel de berg af. Zo snel naar beneden glijden door het zand was echt leuk en niet met veel dingen te vergelijken! Beneden moest ik me heel hard afremmen om niet aan volle snelheid tegen Nele te botsen, maar ik kon niet hard genoeg uitwijken en dus botsten we wel even. Maar tijd om te rusten was er niet want we moesten meteen de volgende berg op om van daar de volgende stap uit te proberen en rechtstaand de heuvel af te surfen. De duin (natuurlijk niet te vergelijken met Belgische duinen, in Ica zijn er duinen die misschien tot 2500 meter hoog zijn. Deze wel ‘maar’ een paar 100 meter.) op stappen was wel heel vermoeiend want bij elke stap gleedd je ook weer achteruit door het zand, maar uiteindelijk raakten we boven en konden we eraan beginnen. Onze gids was wel al weg, dus werd het raden naar hoe we dat moesten doen. We zetten onze voeten zo goed als we konden vast op het bord met velcro’s die daar aan vast hingen. Daarna konden we naar beneden proberen surfen… Vallend op ons gezicht in het zand. Toch was het leuk om te proberen en af en toe lukte het wel goed, maar dan ging je wel weer sneller, waardoor je ook veel harder viel. Eenmaal beneden konden we dan de anderen bekijken, die ook allemaal op grappige manieren in het zand vielen.
Na deze oefening, werd het tijd voor het echte werk en begonnen we een volgende duin op te klimmen. Toen we daar boven aan kwamen, zagen we meteen dat deze afdaling veel steiler en veel langer was. Spannend!
Het was eng om te beginnen aan die duin, maar leuk om eraf te surfen. Elke keer als ik snel ging, liet ik me wel vallen uit angst om anders de controle te verliezen en nog veel harder te vallen. Zandsurfend kan je echt wel heel pijnlijk vallen en daar had ik niet zo’n zin in!
Na deze duinen, stond de zandbuggy ons beneden op te wachten en reden we weer naar de eerste duin. Van daar deden we weer hetzelfde: eerst glijden en dan twee keer surfen en daarna reden we weer lekker wild verder door de woestijn. Zo ging het nog even verder. We stopten telkens bovenaan een berg, steeds een hogere en steilere en surften er dan af. Het was echt leuk, maar heel vermoeiend omdat we af en toe een groot stuk naar boven moesten wandelen als de buggy niet tot beneden raakte en door het zand naar boven klauteren is echt enorm vermoeiend! Sommige stukken raakten we zelfs bijna niet op omdat ze zo steil waren. We hadden al onze energie en kracht er dan voor nodig en als we uiteindelijk boven aankwamen, lieten we ons halfdood vallen in het zand. Na zo’n paar hellingen zag ik er ook uit als een zandmannetje, van kop tot teen vol zand en dan nog volledig rood ook want in de woestijn was het warm!
Hoewel het zo vermoeiend was, hebben we ons echt heel hard geamuseerd en vonden we het spijtig toen de laatste afdaling eraan kwam. Het was wel een hele lange, steile afdaling, dus we konden er lang van genieten! Daarna kwam de terugrit, die weer heel wild was en waarbij we vaak in de lucht vlogen en te slotte kwamen we weer aan in het hotel, waar het tijd was om eens een douche te nemen. Ik schudde eerst mijn schoenen uit, waar vijf kilo zand in zat en daarna de rest van mijn kleren. Op de grond lag daarna mijn eigen kleine woestijn en nog zat er zand in mijn kleren en ook na een hele lange douche bleef ik nog zand in mijn oren vinden. Zo’n dagje in de woestijn vergeet je niet zomaar!
Die avond was er een barbecue in het hotel en zaten bijna alle gasten buiten te eten. Tijdens het eten stond er plots een jongen met hele mooie schoenen naast ons tafeltje. Hij bleef een tijdje staan en Nele begon toen over zijn schoenen te praten. Ik zei dat ik er ook naar had zitten kijken omdat ik ze zo mooi vond en we bleven nog even praten over het feit dat we de kleren van de meeste Peruanen niet zo mooi vinden, maar dat deze jongen wel een mooie stijl had enzo. In het midden van het gesprek zei ik tegen Nele: “pas op, misschien spreekt die je taal wel”, maar we gingen gewoon verder omdat we nog geen enkele Belg waren tegengekomen in onze reis en omdat niemand in het hotel Nederlands sprak, maar ja, we hadden natuurlijk wel pech. Na een tijdje ging de jongen weg, maar niet zonder eerst een heel grappige blik op ons te werpen die heel duidelijk maakte dat hij alles verstaan had en daarna zagen we inderdaad in het register van het hotel dat er een nieuwe gast was ingeschreven. Uit Nederland! En we waren natuurlijk een beetje beschaamd, maar het was ook heel grappig en gelukkig hadden we alleen maar leuke dingen zitten zeggen
J.
Toen gingen we slapen in onze bedden die intussen vol zand lagen. Onze laatste nacht in het prachtige Huacachina.
Vanmorgen hebben we dan nog leuk ontbeten in het zand en nu zitten we alweer op de bus.
Klaar voor het volgende avontuur
J!
Saludos,
Hanne

01/02/2009 (Paracas)
Hola!

Intussen hebben we weer heel veel beleefd. Ik ga me nu eens proberen herinneren wat allemaal. Na het zanderige Ica, zijn we in de middag doorgereisd naar Paracas. Daarvoor moesten we twee taxi’s en een bus nemen,wat een heel gedoe werd en toen we aankwamen waren we wel moe en hadden we het veel te warm want in Paracas was het niet eens kouder dan in de woestijn! We hebben ons dan maar in twee groepen opgesplitst en de bagage bij Hanne Hoet en Jo achtergelaten in een restaurantje, waarna Nele en ik een hotel zijn gaan zoeken. Het was meteen duidelijk dat Paracas een leuk dorpje was, heel klein en gezellig en met alles vlakbij de zee. We gingen wat hostels binnen en vroegen wat rond en uiteindelijk vonden we een bordje waar iets op stond over kamers en kwamen we via een klein poortje binnen in een hele leuke plek. Eerst was er een binnenpleintje, waar twee jongens aan een grote boot aan het werken waren en daarachter stonden twee houten huisjes met ervoor een paar stoelen en een hangmat. We zochten even naar de eigenaar en wat later vonden we een vrouw die ons een kamer voor vier toonde. We waren meteen verkocht: door de hangmat, de mensen die heel de tijd buiten zaten, het keukentje dat we mochten gebruiken en… de prijs! Nog geen drie euro per nacht voor zo’n leuk plekje! En er zat dan nog een goedkope tour bij langs de prachtige eilanden en het natuurpark in Paracas voor de volgende dag. We gingen dus meteen terug naar het restaurantje om het goede nieuws te vertellen en er daarna even arroz chaufa te eten, rijst op z’n chinees. Als voorgerechtje kwam daar dan nog een peruaanse soep bij met kippenvoeten (geen poten! Voeten! Met nagels enzo!), wat iets minder leuk was.
Daarna zijn we naar het hotel gegaan, waar we onze spullen hebben achtergelaten en een douche hebben genomen (heerlijk ijskoud water, net op tijd want ik had het veel te warm!). Daarna zijnwe naar de stad Pisco vertrokken met een busje, om van daar een ander busje te nemen naar een dorpje, waar we de bus voor de volgende stad, Ayacucho, al konden regelen. De locals hadden ons verteld dat daar de goedkoopste bussen kwamen, dus maakten we daar ook maar eens een tripje naar. Het was een lange weg, maar onderweg kwamen we veel vriendelijke mensen tegen die ons wouden helpen, bijvoorbeeld een vrouw die ons zei dat een taxi nemen naar het dorpje gevaarlijk was en ons hielp met het busje en een vrouw die tegen de chauffeur van het busje zei wanneer hij voor ons moest stoppen en ons dan de weg uitlegde naar het busstation. Veel mensen in Peru zijn heel attent, wat heel handig is omdat we vaak niet weten waar naartoe en wat we kunnen doen om het veilig te houden. Het valt echt vaak op hoe vriendelijk sommige mensen hier zijn en hoe graag ze anderen helpen, maar er zijn dan ook weer mensen die je alleen willen afzetten of bestelen. Gelukkig hebben we al zoveel geluk gehad met wie we zijn tegengekomen op onze weg!
Nadat we de bus hebben geregeld, zijn we naar Pisco gegaan, een stad die niet zo mooi of ordelijk is, maar we hebben er toch wel een paar leuke dingen gezien. Bijvoorbeeld een peruaan met lichtblauwe ogen, maar wel een donkere huid! En het waren geen contactlenzen. Zo mooi! Ik had het eerst gezien en daarna is iedereen nog eens ‘subtiel’ gaan kijken, wat nog wel grappig was. Er was ook nog een hamburgerkraam, maar niet zoveel meer, dus zijn we niet lang in de stad gebleven. Die avond hebben we nog wat buiten gezeten met de kleine en grappige broer van de eigenares en zijn gitaar. We zijn wel vroeg gaan slapen omdat we de volgende dag vroeg aan onze trip langs de ‘islas ballestas’ (mooie eilanden) gingen beginnen.

De volgende dag stonden we dus vroeg op en gingen we naar het kantoor, dat vlak bij het hotelletje lag. Van daar wandelden we naar het strand, waar we in een boot stapten om naar de eilanden te varen. De gids vertelde dat we zeker een half miljoen vogels gingen zien, wat nogal veel leek, maar zeker niet overdreven was.
Onderweg kwamen we langs een tekening in de woestijn, zo een beetje in de stijl van de Nazca-lijnen. Deze tekening konden we vanuit de boot zien omdat ze op een bergwand stond die naar de zee gericht was. Het was een grote kandelaar, die volgens de vermoedens van vele Peruanen natuurlijk door buitenaardse wezens getekend was.
Na nog een tijdje varen, konden we de eilanden zien, die inderdaad zwart zagen van de vogels! Er zaten ook enorm veel grote zeeleeuwen en pinguins, die blijkbaar goed de warmte konden verdragen. Die dag hingen er wel wat wolkjes, wat daar zo ongeveer om de twintig jaar voorkomt door een fenomeen dat ‘El Niño’ heet. Ik weet niet meer hoe het precies zat, maar het had iets te maken met het water dat dan warmer was en waardoor er meer damp gevormd werd en dus ook wolken. Er was zelfs kans op regen, iets heel uitzonderlijks daar!
De eilanden zelf waren adembenemend mooi! We zijn er rond gevaren en het was echt prachtig. Aan het einde kwamen we langs een plekje waar alle zeeleeuw-vrouwtjes zaten met hun pasgeboren kindjes ofwel nog zwanger. Het waren er honderden. Ze zaten allemaal heel dicht op elkaar en waren samen heel hard aan het brullen. Na de zeeleeuwen was het al bijna tijd om terug te varen. We hebben eerst nog een paar honderd pinguins gezien en wat zeldzame vogels en daarna begonnen we aan de terugtocht naar de haven. Daar hadden we een uurtje, waarna onze volgende trip begon, deze keer met een busje door het natuurreservaat in de woestijn van Paracas.
Op deze trip stopten we telkens om iets te gaan bekijken. De eerste keer stopten we in het midden van de woestijn, op een plek waar heel veel grote en kleine fossielen in het zand zaten. Van zeediertjes tot zelfs een pinguin en een zeeleeuw, maar die laatste twee konden we spijtig genoeg niet zien. We waren nochtans heel benieuwd naar de versteende pinguin!
Er zaten wel echt heel veel fossielen in het zand. De meesten vast in een steen, maar ik heb toch een paar kleine stukjes gevonden die ik heb meegenomen dus nu heb ik stukjes versteende zeediertjes, joepie!
Na de fossielen zijn we verder gereden naar een paar plaatsen van waar we prachtige uitzichten hadden op de zee en rotsen. Op een van die plaatsen was een jaar geleden wel de mooiste en bekendste rots van het reservaat ingestort, net die ene rots waarvan de foto als reclame voor het reservaat werd gebruikt, met een natuurlijke brug waar water onder liep enzo, dus dat was heel spijtig. De gids vertelde dat de bewakers van het reservaat wel heel hard waren geschrokken toen ze die dag in de ochtend naar hun favoriete rots gingen kijken en zagen dat het gigantische ding gewoon verdwenen was.
Toen we van het uitkijkpunt terug wandelden naar de bus, kwamen we in het midden van de woestijn plots een ijskraampje tegen, wat ik heel grappig vond. Toen ik een foto nam zei de verkoper in heel slecht engels: ‘yes, ice cream in the desert!’. Een heel originele plek om ijsjes te gaan verkopen, maar ook wel slim want in de woestijn kunnen mensen wel eens een ijsje gebruiken.

Na een tijdje stopten we aan een strandje, waar we konden eten en zwemmen. We zijn dat frietjes met zicht op zee gaan eten, het enige wat niet te duur was, en dan ben ik de zee in gelopen, waarna het tijd was om terug de bus in te gaan om weer naar het dorpje te rijden.
Daar zijn we gaan winkelen om in de avond zelf spaghetti te koken. Met worstjes uit een zakje want in het dorpje was geen winkeltje waar ze echt vlees verkochten. Het werd wel heel lekkere spaghetti. In de avond hebben we dan nog even geluisterd naar een man met een viool, die onze kleine vriend op het strand was tegengekomen en daarna zijn we weer vroeg gaan slapen. De volgende dag zijn we langs de mooie souvenirwinkeltjes gewandeld en in de avond hebben we nog een wandeling gemaakt langs het strand, waarna we hebben ingepakt en onze bus zijn gaan halen in dat andere dorpje. Weer een nacht zonder slapen in een slechte bus waarin we onze stoelen bijna niets naar achter konden zetten en geen beenruimte hadden. Onderweg zijn we nog even in de kant gereden, waardoor we nog langer op de bus zaten.
Ayacucho (vanaf hier geen data meer)
De volgende ochtend kwamen we dan moe aan in Ayacucho, een stadje waarvan we veel negatieve dingen hadden gehoord, maar dat eigenlijk prachtig was. De stad wordt door veel mensen gewoon nog altijd geassocieerd met terrorisme, omdat er in de jaren ’80 heel veel terroristen zaten en het daar echt gevaarlijk was. We merkten snel dat dat helemaal niet klopte en dat iedereen heel vriendelijk en spontaan was.  Toen we aankwamen, zijn we met al onze spullen meteen een hostel gaan zoeken in de richting van het centrum. Op vijf minuten van het busstation vonden we een leuk hostelletje, waar we twee kamers kregen voor weinig geld. Daar hebben we ons dan omgekleed en onze spullen wat geordend en daarna zijn we op zoek gegaan naar ontbijt, terwijl we de stad al wat verkenden. Het was volgens mij de eerste keer in onze reis dat we ergens wouden gaan ontbijten en niet gewoon wat brood kochten om op straat te eten, omdat het in Ayacucho echt koud was die ochtend en we binnen wouden gaan zitten. Na een tijdje zoeken vonden we een mooi restaurantje en daar hebben we lekker gegeten voor we echt de stad gingen verkennen.
Toen we op de Plaza de Armas kwamen, zagen we dat daar een marktje stond met allemaal leuke, typische spulletjes, maar eerst wouden we een uitstapje boeken voor de volgende dag omdat rond Ayacucho veel te zien was dat je alleen met een auto kon zien. We gingen dus eerst naar een plaats met winkeltjes waar ook tours werden georganiseerd. Toen we daar aankwamen, zagen we een plaatje van de ‘Via Via’ staan, een leuk  restaurant voor reizigers dat er ook is in Leuven. In heel de wereld worden vanuit Leuven zo’n restaurantjes opgestart en toevallig was er in dat stadje ook één. We besloten dus in de middag daar te gaan eten, maar eerst moesten we nog dat uitstapje regelen en gingen we het marktje bezoeken. In de voormiddag zijn we ook nog naar een kerkje gegaan, waar een hele troep politieagenten stonden, waarvan er eentje wel graag onze vriend wou zijn en met ons begon te praten. We hebben hem dan ineens maar gevraagd om een foto te nemen van ons met al zijn politievrienden, wat heel grappig was.
Daarna gingen we terug naar de Via Via, waar we bij het binnenkomen meteen een muur zagen die gevuld was met bierviltjes… van Belgisch bier! Er hingen ook klokken aan de wand met de tijden van Via Via’s in andere steden, waaronder Leuven en een groot bord, waar in het Spaans op stond geschreven: ‘geniet van de wereld van het Belgisch bier’. Een leuke plek om te eten dus! Nog leuker zelfs toen de Leuvense eigenares ons kwam vertelde dat er Belgische frietjes op de kaart stonden. Heerlijk!
Na het lekkere eten zijn we dan op Citytour vertrokken, een tocht met een klein busje door de stad om kerkjes, pleintjes en een museum te gaan bezoeken. We bezochten ook het atelier van een beeldhouwer die al vele prijzen had gewonnen in heel de wereld en daar heel trots op was. Hij werkte telkens een maand aan een beeld, dat hij dan daarna voor 1200 dollar kon verkopen, een heel groot maandloon voor een met de hand werkende peruaan!
Aan het einde van de trip waren we heel moe en waren we blij dat we eindelijk konden gaan slapen. Na zoveel nachten in oncomfortabele bussen konden we het even niet meer zo goed aan. Spijtig genoeg was ik net die nacht plots ziek en kon ik helemaal niet slapen.

De volgende dag was ik dus heel moe en ik voelde echt niet zo goed, maar we hadden al een trip gepland voor de hele dag, dus stond ik toch maar op om mee te gaan. Doordat ik me heel misselijk voelde, kon ik tot ongeveer drie uur ’s middags niets eten, dus had ik die dag echt geen energie. Toch was het een leuke dag en we hebben veel gezien, van ruïnes (waar ik nog half sliep en me dus niet veel van herinner) tot een schattig dorpje waar ze goedkope peruaanse spulletjes verkochten. Het dorpje heette Quinua en daar stond op elk huis een miniatuurkerkje om te tonen dat ze daar allemaal gelovig zijn. In Quinua was het wel ijskoud, dus heb ik maar meteen een paar peruaanse handschoenen en een Peruaanse muts gekocht, maar de winnaar in Peruaans kleden werd toch Jo, die rondliep in een poncho, met een Peru-muts op haar hoofd en Peru-handschoenen aan. Dat vonden alle Peruanen wel heel grappig!
Die nacht moesten we weer eens doorbrengen in een bus. Weer zo’n oncomfortabele, maar dat was wel de laatste keer dat we de goedkoopste bus namen, want onderweg in de bergen kregen we plots een klapband en de chauffeur stopte pas na een tijdje en na veel geroep van de passagiers. Toen hebben we een uur stilgestaan zodat ze de band konden vervangen en toen reden we weer, af en toe omhoogvliegend als de weg niet zo effen was. In het midden van de nacht zijn we dan nog is gestopt zodat iedereen ergens aan de kant van de weg kon gaan plassen, want zelfs op wc’s besparen ze in zo’n bussen en tegen dat we aankwamen in Huancayo waren we het er over eens dat we nooit meer met die bus zouden gaan reizen.
Huancayo.
In Huancayo, een stad in de bergen die op ongeveer 3200 meter hoogte ligt, mochten we bij AFS’er Cedric en zijn gastfamilie blijven logeren. De eerste dag kwamen we vroeg aan in de ochtend en zijn we eerst nog wat gaan slapen en daarna hadden we een hele dag om de stad wat te verkennen, te beginnen bij de Burger King, wat ze alleen maar daar en in Lima hebben. Daar hebben we een heerlijke hamburger gegeten, waarna we elk een heerlijk peruviaans tv-dekentje zijn gaan kopen met een Tumi erop, veel mooie pareltjes om armbanden mee te maken en uiteindelijk nog een paar films. We waren dus klaar voor een heerlijke filmavond met lekker warme dekentjes (in Huancayo is het vaak ijskoud, je kan dan zelfs wolkjes blazen in de lucht en even later kan het plots belachelijk warm worden, zodat je de hele dag pulls en tshirts aan en uit zit te doen). Cedric zorgde dan nog voor het enige wat nog ontbrak aan onze filmavond: een Stella Artois! Hij had zo’n paar Leuvense pintjes gekocht in Lima en dat smaakte wel heel lekker. Veel beter dan Peruviaans bier, amai!
Die nacht hebben we lang geslapen, klaar om de volgende dag weer een tour te doen. De trip begon op een afgelegen plaats tussen bergen, waar we een stuk omhoog moesten klimmen, tot op 3500 meter hoogte, waar we konden genieten van een prachtig uitzicht aan de ene kant en ruïnes aan de andere kant. Doordat we natuurlijk foto’s wouden trekken van deze mooie dingen, verloren we onze ongeduldige gids even, maar wat later begon een andere Peruaan ons spontaan de geschiedenis van deze ruïnes uit te leggen. Terwijl onze echte gids vrij jaloers en geïrriteerd keek, legde de man ons uit dat deze ruïnes ooit een hele grote koelkast waren geweest, gebouwen met gaten boven op de berg omdat daar heel veel wind kwam, zodat er constante afkoeling was. Maar ja, dan moest je wel elke keer die berg op als je zin had om iets te eten, da’s dan weer een nadeel!
Vanop de berg konden we beneden een meertje zien, waar we wat later een boottochtje op gingen maken. We stopten even op een ‘eilandje’, waar je bij elke stap met je schoenen inzonk en nat werd en waar we dus niet zo lang op zijn blijven staan.
Daarna zette het busje ons af in een heel groot en chique restaurant, waar we alles behalve de gebraden kip heel duur was, dus bestelden we vijf keer gebraden kip, waarop de ober zei dat er geen kip was, maar ook weer wel (voor de andere gerechten). We vonden dat niet zo leuk, dus gingen we maar weg. Terwijl we wat later buiten op zoek waren naar een ander restaurant, kwam er plots een andere ober uit dat vorige restaurant hijgend aangelopen om te zeggen er net kip was geleverd (jaja, zal wel) en dus gingen we maar terug. Weer bestelden we vijf keer kip, waarna de ober zich verontschuldigde omdat het vijf volle minuten ging duren voor we de kip kregen, wat raar was want vijf minuten leek ons helemaal niet zo veel om een vers gebrachte kip klaar te maken. Vijf minuten later kregen we inderdaad ons eten, maar dat was niet zo’n leuk moment. We zagen meteen de verlebberde kip en verlebberde frieten en hadden al geen zin meer om te eten. De frietjes waren verschrikkelijk, maar met veel honger en nog meer ketchup en mayonaise heb ik ze uiteindelijk toch opgekregen, net zoals een deel van de kip. Aan het einde kregen we nog een vies drankje, waar niemand van ons wou van drinken en waar we dan maar een kunstwerkje van hebben gemaakt, met behulp van een frietje en wat tandenstokers. We besloten unaniem om nooit meer in dat restaurant te gaan eten, maar dat is natuurlijk niet moeilijk, aangezien het gelegen is op een of ander afgelegen plekje in de bergen.
De tour ging verder tot in de avond en we bezochten nog een museum en een paar ruïnes met een heel oude boom, waarna we terug naar het huis van Cedric gingen en daar wel heerlijk konden eten: zelfgemaakte pizza! Jammie! Die avond hebben we weer films gekeken en die nacht hebben we weer goed geslapen, waarna ons weer een leuke dag stond te wachten in de stad. Een dag van chocoladetaart eten in een prachtig parkje, mooie dingen kopen in een leuk marktje, nog wat pizza maken en eten en uiteindelijk een mooie (!!) busreis door verse sneeuw. Deze keer was de rit duizend keer beter dan de vorige. Omdat de bus niet vol zat, ben ik gaan zitten op een plek waar ik vier zetels voor mij alleen had en waar ik me dus languit kon neerleggen, om in het midden van de nacht wakker te worden in een besneeuwd berglandschap en eerst even te denken dat de sneeuw zand is, maar dan nog eens te kijken en te zien dat het inderdaad sneeuw is en dat nogal raar te vinden. De sneeuw was nog onaangetast, een prachtig wit tapijt over de bergen, maar daar moesten we dan wel de vier uur vertraging bijnemen wegens gladde wegen en kilometerslange files. Wie had dat gedacht, in Peru! Net Belgie!
Lima

Een paar uur nadat de zon tussen de besneeuwde bergen was opgekomen, konden we al onze pulls al meteen uitgooien want toen kwamen we aan in Lima, waar de zon brandde en ik dringend een koude douche, een short en een topje nodig had. We namen vanuit het busstation een taxi naar ons hostal, een hele leuke plek met vriendelijke mensen, in de mooiste en veiligste buurt van Lima: Miraflores. Van daar konden we meteen al leuke plekjes verkennen, zoals het complex Larcomar, een heel moderne plek vol winkels, eten en discotheken, met een prachtig uitzicht op de veel lager gelegen zee. In de middag zijn we dan naar het strand gegaan, maar toen was de zon net verdwenen en werd het plots veel frisser. Aan het strand werden we nog even aangeklampt door een surfer, die ons heel graag surfplanken wou verhuren en nog veel liever onze vriend wou zijn, maar we vonden hem niet leuk en zijn dan maar ergens anders gaan zitten.
Wat later hadden we afgesproken met vrienden en zijn we samen in Bembos gaan eten, het hamburgerrestaurant van Peru, zo’n beetje wat bij ons de Quick is, maar dan wel origineler en met veel grotere burgers. Jammie, in Lima kan je al die dingen eten die er in andere steden niet zijn!
Helaas hebben we die nacht tot vier uur ’s nachts in een ziekenhuis gezeten omdat Hoet (Hanne2) plots enorm veel pijn had in haar buik en rug, maar dat was gelukkig na een nacht vol medicijnen al veel beter. De volgende dag konden we dus weer plezier maken, na ook de ochtend te hebben doorgebracht in het ziekenhuis met niet zo slimme dokters en verpleegsters en afs-directrices, die allemaal heel onduidelijke dingen zeiden en eenvoudige dingen niet begrepen. Maar daar waren we gelukkig tegen de middag van af, toen we eindelijk weg konden gaan uit het ziekenhuis, met een weer gezonde Hoet aan onze zijde! We zijn die dag nog naar het centrum van Lima gegaan, om daar de kathedraal en zo van die dingen te bekijken en in de avond zijn we naar een bar gegaan.

De volgende dag gingen we naar een winkelcentrum, want Hoet en Nele hadden dringend kleren nodig omdat er in Iquitos blijkbaar niets te vinden is, maar dat duurde heel lang en dus zijn we al maar met de rest naar het strand gegaan om te gaan bodyboarden, iets zoals surfen maar zonder rechtstaan. Gemakkelijk dus, je kan gewoon op je plank blijven liggen en toch is het superleuk! Eerst moest je heel ver de zee in peddelen met kleine zwemvliezen aan je voeten en veel kracht van je armen en daar dan onder golven duiken zoals een eend, tot je een hoge en mooie golf zag afkomen die net ging breken waar je je bevond en dan begon de echte pret! Als je in zo’n golf zat, werd je met heel veel snelheid tientallen meters meegesleurd richting het strand. Wel spijtig dat je daarna helemaal weer moest terugpeddelen om de anderen terug te vinden en op zoek te gaan naar nog zo’n golven, maar dat was het zeker waard! Net zoals de spierpijn de volgende dag
J. Na een paar uur bodyboarden kwam ik doodmoe de zee uitgekropen, wat nog extra moeilijk werd gemaakt door de sterke golven die je steeds weer samen met een hele hoop stenen de zee in sleurden en toen kon ik eindelijk mijn surfpak uitdoen en mijn voet strechen, want die zat al urenlang met een pijnlijke kramp. Mijn tenen kropen zonder dat ik er iets aan kon doen heel de tijd naar elkaar toe, auw!
De volgende dag was het al tijd om met de bus terug naar huis te gaan. Mijn gastmama had me nog snel even laten weten dat ik in Cajamarca verwacht werd omdat de zus werk aan het zoeken was in Lima en er niemand was in Trujillo, dus werd dat een busrit van 17 uur. Normaal gezien ging ik de zomer doorbrengen aan de kust en al mijn spullen die ik niet mee had op reis lagen daar, dus zou ik het een tijdje met weinig kleren moeten doen in het koude Cajamarca en ook zonder al mijn spullen. Ik haalde net op tijd mijn bus en na een hele saaie en vervelende rit kwam ik eindelijk aan in Cajamarca, waar ik nog niet in mijn kamer kon omdat ik niet wist waar de sleutel was, dus ben ik maar een film beginnen kijken en mijn kleren beginnen wassen met de hand, iets wat heel lang duurt en echt niet leuk is. Toen mijn gastouders thuiskwamen en de sleutel bovenhaalden, kon ik eindelijk douchen en mijn kleren in mijn kamer laten drogen, want buiten regende het. Zoals altijd deze maanden in Cajamarca.
Intussen maakte ik dan ook kennis met de nieuwe hond, die mij helaas heel leuk vindt en altijd zijn kop op mijn laptop komt leggen wanneer ik aan het schrijven ben. De hond was op een grappige manier beland in het huis: Op een dag was een van mijn peruviaanse broers gaan feesten en was hij nogal zat en de volgende ochtend werd hij wakker met een hond in zijn bed. Hij herinnerde zich helemaal niet hoe die hond daar was gekomen, maar in Cajamarca zijn een miljoen straathonden, dus het was niet moeilijk om te raden wat er was gebeurd. Na zo’n nachtje in een heerlijk zacht bed wou de hond de straat natuurlijk niet meer op en kregen ze hem niet meer buiten, dus nu is hij geadopteerd en woont hij in het huis.
Intussen zijn ze in Cajamarca Carnaval aan het vieren. Deze stad wordt niet voor niets de Peruaanse hoofdstad van Carnaval genoemd! Ze beginnen te vieren rond drie januari en houden niet op tot half maart. De Plaza de Armas vult zich in die tijd elke dag met mensen die muziek maken, zingen en vooral: mensen natmaken. De gewoonte is hier dat je met waterbalonnen of waterpistolen op de plaza gaat staan en dan jongens gaat natmaken als je een meisje bent en meisjes natmaakt als je een jongen bent. Het maakt niet uit of je de andere persoon kent of niet, je mag die gewoon bekogelen met tien balonnen en kletsnat maken want het is Carnaval. Het is dus elke keer weer wat gevaarlijk om in de buurt van het centrum te komen en als ik buiten wandel pas ik toch maar goed op. De eerste dag dat ik terug was, ging ik met mijn mama naar de markt en heb ik twee keer een goed gevulde ballon moeten ontwijken.
Verder zijn mijn dagen hier nu voorlopig gevuld met helpen koken en afwassen in de voormiddag en in de namiddag heb ik dan meestal tijd om vrienden te zien en iets leuks te doen. De zomervakantie (in Cajamarca is het wel winter door al die regen) loopt nog tot maart en dan beginnen de lessen aan de universiteit weer.
Dat was het zo’n beetje. Ik heb weer veel gezien en leren kennen, dus het was weer een heerlijke maand in een prachtig land!
Hasta luego!
Hanne

vrijdag 7 januari 2011

Kerstmis en Nieuwjaar in Peru: wat een feest!


Hallo!
En vrolijke kerst en een gelukkig nieuwjaar!
Hier ben ik alleszins vrolijk en gelukkig het nieuwe jaar ingegaan. Het enige wat ontbrak was sneeuw, maar dan zou toch maar een vreemd zicht geweest zijn op het strand, onder de brandende zon.

Mijn eerste kerst in een ander land was heel anders dan thuis. Ik miste het vele, lekkere eten met de familie en Bomma&Bompa en ook de cadeautjes, want dit jaar ging mijn gastfamilie geen cadeaus geven, om niet te vergeten wat de betekenis van kerstmis is: Jezus, God en die dingen. Het was een vrij traditioneel feest met kalkoen (genoeg voor twee weken, gisteren heb ik nog steeds ’s morgens, ’s middags en ’s avonds kalkoen gegeten) en paneton, een soort zoet brood dat iedereen hier eet met kerst. Na kerst zijn we nog drie dagen van familie naar familie gereden en heb ik enkel kalkoen, koekjes en paneton gegeten. Na drie dagen dan een hele nacht wakkergelegen met erge buikpijn.
Hier werd op kerstavond met de hele familie afgeteld tot 12uur, om dan iedereen te beginnen knuffelen en het glas te heffen op vanalles. Het samenzijn met heel de familie was hier heel belangrijk die avond. Een van de nichtjes was er niet omdat ze drie maand in Amerika werkt dit jaar, maar ze hebben haar via internet gebeld en een grote flatscreen-tv aan het hoofd van de tafel gezet met haar erop, en zo  was ze er toch een beetje. Het was echt grappig, meer dan een uur en ook het aftellen en het speechen hebben we met haar gedaan, terwijl zij achter haar computer zat in de US.
Een paar dagen na kerst, op 28 december, begon uiteindelijk het échte feest. Die avond nam ik met Noemy (zus) de bus naar Trujillo. Nacht één: zeven uur wakkergebleven in de bus. Dag één: naar het strand met Noemy, Carlos (neef) en zijn zoontje Nicolas, die mij niet leuk vindt omdat ik zo groot ben. Het beste strand van Trujillo ligt in Huanchaco, een heel mooi dorpje aan de kust waar heel het jaar door wordt gesurft. Met de taxi 20 minuten van de stad en met de bus wat langer. Als we naar het strand gaan, is het meestal daar.

Tegen de avond vertrokken we dan naar Mancora, één van de mooiste stranden van Peru, klaar voor vijf dagen feest, maar eerst nog een nacht op de bus, deze keer 11 uur willen slapen, maar niet kunnen omdat de bus niet comfortabel is en balen omdat andere mensen wel slapen. De bus kwam aan in het dorp om vier uur in de ochtend en toen hadden we nog geen plaats om te slapen. We zijn toen met twee mototaxi’s op hotel-zoektocht gegaan, maar alles was vol. We waren met vier personen op zoek naar een slaapplaats en desnoods gewoon een kamer waar we op de grond konden slapen en tenminste onze spullen veilig konden achter laten. Uiteindelijk was er ergens op het strand wel een bungalow vrij, maar die was wat te duur. Toen de mototaxi-man ons hoorde zeggen dat we niet meer dan 200 Sol (60 euro) wouden betalen per nacht voor een plek, zei hij dat hij iemand kende die zijn huis verhuurde voor 200 Sol per nacht. Het was in het dorpje zelf, dat heel anders is dan het toeristische strand en waar de mensen vrij arm en in kleine huisjes wonen. De taximan klopte aan bij een van die huisjes en zijn vriend kwam half slapend de deur opendoen. Hij woonde in een huisje met twee kamers en buiten was ook een badkamer. Toen we vroegen voor hoeveel geld hij zijn huisje verhuurde, had hij zelf geen idee, maar zei de taximan ‘200’. We vroegen het nog eens aan de meneer, maar de taximan bleef antwoorden.  Het leek eerder alsof hij het huisje aan het verkopen was, in plaats van de andere man. Toen we aan de man van het huisje vroegen of we het ook konden huren voor 160 Sol, zei die meteen: ja, dat lijkt me wel genoeg. Ik ben er zeker van dat hij dat ook had gezegd bij 100, of zelfs minder, en ik denk dat de taximan toch wel mee heeft gedeeld in de winst. 200 Sol is hier voor sommige mensen een maandloon, dus dat was echt wel veel voor iemand die daar woonde in dat huisje.
In de eerste kamer stonden twee tweepersoonsbedden. Eén van de meneer en nog een ander. Hij veranderde de dekbedovertrek, nam zijn kleren uit de kast, en ging drie nachten bij zijn mama wonen. Op het einde vroegen we nog of hij niet toevallig nog een bed had, en ja hoor, hij haalde uit de tweede kamer nog zo’n groot bed te voorschijn. Die kamer ging daarna op slot en werd de ‘geheime kamer’, waarvan we nooit wisten wat er was en hoeveel lijken er lagen enzo (volgens mijn vrienden werden daar ’s nachts Belgen vermoord, jeuj).
Het huis was niet bepaald proper en eerst vonden we het niet zo leuk, maar uiteindelijk was het er super. De eerste dag belden er nog plots vrienden en vrienden van vrienden van vrienden die nog geen slaapplaats hadden en op nacht twee lagen we daar met negen mensen: drie in elk bed. Het was echt een leuke groep en we gingen elke dag naar het strand.

De eerste dag zijn we naar Punta Sal geweest, waar het mooiste strand was van de regio. Het was er enorm heet, maar er was een zee om in af te koelen en er waren heerlijke golven om in te spelen. Tegen de middag zijn we in een restaurant gaan eten, waar we in het zwembad mochten zwemmen. Daarna zijn we terug naar het dorp gegaan. Mancora staat bekend om zijn feesten rond nieuwjaar. Uit heel de wereld gaan mensen naar daar om dat dagenlang te vieren en het strand was elke avond gevuld met vrolijke, feestende mensen.We zijn drie avonden op rij gaan feesten in een hotel dat Sol y Mar heette, zon en zee. Dat hotel had een heel groot binnenplein, vlak naast het strand, zodat we precies op het strand zelf aan het dansen waren. Elke avond was heel het plein gevuld en was er een groot feest. Het was er superleuk!
Toen we teruggingen naar het huisje, brak de sleutel af in het slot en moesten we bij de oma-buurvrouw gaan aanbellen om een andere sleutel te vragen. In het midden van de nacht, best vervelend. Niemand durfde, dus heb ik dat maar gedaan.

De tweede dag zijn we naar een ander strand geweest, waar het weer zo warm en mooi was en we lekker zijn gaan eten. Echt heerlijk, zo’n dagje strand. Deze dag was de 31e en we wouden graag iets gaan eten in de avond om nieuwjaar te vieren, maar we hadden zoveel gegeten in de middag dat we niet hebben avondgegeten. Alleen een hamburger, wat ik een leuk idee vond om eindejaarsavond te vieren. Vond ik leuker dan de jaarlijkse kreeft, waar ik altijd bang van ben als die op mijn bord ligt. Leve de hamburgers!
Na de hamburger zijn we naar het strand vertrokken, waar een mooi vuurwerk te zien was. We wouden in het hotel gaan aftellen voor nieuwjaar, maar toen we om 10 voor 12 vertrokken, zagen we dat daar een lange rij stond vol wachtenden. Na een beetje voorsteken, haalden we het bijna, maar toch stonden we nog op het strand tot een minuut na 12. En het was leuk, aftellen in de rij!
Daarna begon het echte feest en het was een heerlijke avond. Lekker warm ook, eens nieuwjaar vieren zonder pull of jas en op blote voeten in het zand!
Toen ik die avond net ging slapen in het huisje, hoorde ik een meisje dat die nacht ook daar ging blijven, kloppen op de deur van het verkeerde huis. Weer de oma-buurvrouw die werd wakkergemaakt. Het meisje klopte heel hard op die deur en ik hoorde haar roepen: doe open, doe open! Snel! Maar dan met heeeel veel lawaai. Ik ging snel buitenstaan en haalde ze snel naar binnen, maar wat later stond de oma aan onze deur om te vragen wat er was. Niemand durfde te antwoorden, dus deed ik maar het raam open om het uit te leggen. Het was best een grappige situatie en we hebben nog veel mopjes gemaakt over de oma die we altijd wakkermaakten.
De volgende dag zijn we, na weer heel weinig slapen, weer naar een heerlijk strand geweest waar heel wilde golven waren. Toen ik even een wandelingetje maakte langs de zee, kwam ik eerst een reuzevis tegen en daarna een reuzeschildpad van anderhalve meter lang. Leuke wandeling wel.
Ook op die plek aan de kust vonden we een hotel met zwembad waar we konden eten en zwemmen. Het was een heel mooi gelegen restautant, wat hoger dan de zee en met een prachtig uitzicht.
Die avond wouden we op tijd terugzijn in Mancora, om de zonsondergang te zien boven de zee, maar dat is ons elke avond mislukt. We wouden graag paardrijden langs de kust, terwijl de zon onderging. Dat kostte ongeveer 3 euro voor een halfuur, maar het is er uiteindelijk niet meer van gekomen. Spijtig!
Ook de derde nacht zijn we naar Sol y Mar gegaan, waar het weer feest was. Toen we vertrokken tegen elf uur, waren Noemy en Carlos al half aan het slapen en wouden ze niet mee gaan omdat ze zo moe waren. Tegen drie uur ’s nachts wouden mijn vrienden met wie ik op het feest was, naar huis gaan en ging ik maar mee. In het huisje had ik mijn pijama al aan, toen Noemy plots wakker werd en vroeg: Hanne, gaan we feesten? En ja, twee minuten later had ik mijn kleedje weer aan en waren we op weg naar het feest. Tot in de vroege uurtjes!

De volgende dag was helaas al de laatste. Omdat ons water de laatste twee dagen niet meer werkte, moesten we water gaan vragen bij de buurvrouw en ons douchen met een emmertje water. We zijn dan maar niet meer gaan zwemmen, omdat we dan vol zeewater zouden hangen en we moesten nog elf uur in de bus zitten die avond. We zijn wel op het strand gaan zitten en verder hebben we niet zoveel gedaan. We waren nogal moe.
En zo eindigde de heerlijke reis. Nacht zes, met elf uur bussen.
Het was mijn beste nieuwjaar ooit. Moeilijk te overtreffen, maar ik hoop dat jullie het daar ook leuk hebben gehad! Volgend jaar kom ik weer mee vieren in de sneeuw.
Nog een laatste weetje om af te sluiten:
Mijn gsm kan 2011 niet aan! Sinds middernacht in nieuwjaar, bevind ik mij volgens mijn gsm in de maand 73 van het jaar 2010M. Op nieuwjaar was het dag 129, nu al dag 132. Geen idee hoeveel dagen er in mijn nieuwe maanden zijn. Het vervelende is dat ik niet weet hoe ik dit kan veranderen, want dat ding begint te flashen als ik de datum wil veranderen. Niet leuk, want ook mijn kalender werkt nu niet meer.

Un Feliz año y tres besos,
Hanne




Een wat ouder bericht dat ik even was vergeten te posten. 16 december

Bericht van 16-12-2010
Hola!

Terwijl ik schrijf is het hier zo ongeveer zomervakantie! Ik moet over een uurtje nog even foto’s gaan ontwikkelen en dat is dan mijn laatste les. Mijn voorlaatste les had ik donderdag, maar toen… was het geen les. Dus heb ik er eigenlijk al een klein weekje vakantie opzitten.
En met fotografie het jaar afsluiten, dat is wel heel leuk!
Het eerste weekend van december ben ik nog eens naar Trujillo geweest. Vrijdagochtend wist ik daar nog niets van en had ik les om zeven uur. Niet leuk, want dat betekent voor zes uur opstaan en bijgevolg dus een VIJF op mijn wekker als ik wakkerwordt, wat ik helemaal niet leuk vind. Maar het was wel een leuke dag. Vrijdag tegen tien uur was ik dan al klaar met mijn les, dus kon ik aan het weekend beginnen, zoals elke week (dat tot maandag 18u duurt, wanneer mijn les fotografie begint, wat een feest!). Ik ben dan met een neef of een nonkel naar een kaasmakerij geweest, waar ze toevallig ook paarden hebben en daar zijn we gaan paardrijden.
De dag ervoor (even niet chronologisch) was ik daar ook geweest met die neef en mijn gastpapa en toen waren ze daar kaas aan het maken. De kaasmakerij is eigenlijk een soort boerderij met koeien en paarden en heel veel groen. Ze maken er heel lekkere Zwitserse kaas omdat de baas uit Zwitserland komt. Ik begrijp wel dat hij niet meer terug wou naar zijn land toen hij die prachtige plek eenmaal had gezien! Het is er echt enorm mooien rustig en er is een boomhut voor zijn kleinkind. Ik was wel jaloers toen ik dat zag, dat is een echte boomhut zoals je die normaal alleen in films ziet en ik wou er vroeger ook zo een!
Even een uitlegje over hoe ze die kaas maken.
Het begint allemaal …
bij de koe
Ze hebben daar een heleboel koeien staan en elke dag worden die met de hand en zonder machines gemolken. De melk gaat dan naar de kaasmakerij, waar die wordt gekookt op een bepaalde temperatuur, afhankelijk van het type kaas, terwijl er constant in geroerd wordt. Ik heb ook eens mogen roeren, wat dus betekent dat ik heb meegeholpen aan het maken van kaas. Doe me dat maar eens na.
Na het roeren en verwarmen, wordt de melk hard en wordt er ‘quesillo’ gevormd, een voorproduct van kaas, dat ze hier ook eten en dat heel lekker is. Om daar kaas van te maken, snijden ze dat met een stok met 100 messen in heel kleine stukjes (dat heb ik ook meegedaan) en daarna leggen ze over de grote teil een net en scheppen ze al het vocht weg. Dat wordt dan in de boter-machine gestoken, zodat ze aan het einde niet alleen kaas, maar ook boter hebben. Na enkele emmers vol toekomstige boter, blijft er in de teil alleen nog maar bijna-kaas over. Ze gieten dat dan in cilindervormige (kaasvormige) vormen, waar kleine gaatjes in zitten en dan leggen ze boven de substantie een kaasvormige, zware steen, om de bijna-kaas nog wat samen te drukken. Zo komt al het vocht eruit en in de vorm blijft de kaas zitten, klaar om te rijpen in de rijpkamer, waar een laagje water op de grond ligt, dat belangrijk is voor het rijpproces.
Af en toe experimenteert de eigenaar eens met de ingredienten, tijden en temperaturen van het kaas-maken en daarom lagen er in die kamer kazen in alle kleuren en maten.

Verder maken ze op die plek ook heel lekkere koekjes, heerlijke yoghurt, manjar blanco (typisch Peru) en nog wat lekkers. Maar genoeg over donderdag, want ik was eigenlijk al over vrijdag aan het schrijven.
Vrijdag ging ik dus paardrijden en plots belde mijn gastmama mij om te vragen of ik zin had om naar Trujillo te gaan. Ik had daar wel zin in en toen zei ze: “oke, je papa komt je over een uur halen”. Daar heb ik dan snel twee uur van gemaakt, maar toch kon ik dan niet lang blijven paardrijden en ging ik heel onverwachts plots een weekendje naar de kust. Vijf uur in de auto dus. Onderweg zijn we tegen de avond even gestopt om scampi’s te gaan eten en ook in Trujillo zijn we meteen gaan eten met de zus. Ik had al lang geen honger meer, dus bestelde ik iets licht: een sandwich met kip. Die sanwich bleek wat later een hamburger met kip en frieten te zijn, wat een tegenvaller! Maar wel heel lekker, dus met wat moeite heb ik dat allemaal opgegeten, waarna een van de nonkels naar de papa belde en ik de papa hoorde zeggen: “nee hoor, nog niets gegeten, we zijn een fruitsapje aan het drinken”. Bleek dat het de verjaardag van de nonkel was en dat we daarmee gingen eten. Wat later waren we dus weer in een ander restautant, waar plots een halve kip met frieten op mijn bord lag. Ik heb nog nooit zoveel gegetenop één dag, denk ik.
De volgende ochtend was er taart voor de verjaardag van de nonkel en daarna gingen we naar het 80e verjaardagsfeest van zijn tante, een groot feest in de tuin van een van zijn huizen. Het was een heel mooi huis in een rustige buurt en alles was mooi versierd.
Tijdens het feest was er een hele ceremonie, dat is echt typisch aan dit land. Er wordt gepraat over de jarige, over zijn of haar leven, gedanst, gebeden, gegeten, taart gesneden,… en weer gedanst. Op elk feest wordt ook veel gedronken, vooral door de ouderen. Een zatte papa of nonkel is hier heel normaal (en heel grappig). De mannen hebben hier de gewoonte om een glas bier door te geven, dat een beetje te vulllen, in één keer op te drinken, het laatste restje op de grond te kappen (of in een glas als ze binnen zijn) en dan het glas aan de volgende te geven. Zo gaan ze heel de tijd door zonder stoppen. De flesjes bier zijn hier ook wat groter dan in België: ongeveer 650ml, maar natuurlijk lang niet zo lekker als thuis in Leuven!
Omdat we ons verveelden op het feest, zijn we die avond met mijn gastzus en –nicht naar de cinema gegaan (wat ik hier 3 maand lang elke week heb gedaan omdat dat precies één euro kost) en daarna naar de leukste discotheek van Trujillo: AMA. We gingen met hun vrienden en onderweg naar hun huis kwam Noemy (zus) een wenend baby-katje tegen, dat ze meteen heeft geadopteerd. Tegen 12 uur kwamen we aan in de discotheek,  die toen bijna opende en reuzegroot was, en er stond al een enorme rij. Honderden mensen, klaar voor een hele nacht dansen! En het was leuk J. Hier in Peru spelen ze bijna geen Amerikaanse muziek, ze dansen hier op Spaanse liedjes en heel anders dan in België. Heel mooi hoe iedereen hier danst, ook de jongens. Peruanen leren dansen wanneer ze nog kindjes zijn, op elk feest dansen ze hier heel veel, zelfs als ze maar drie jaar zijn, en al dat oefenen zorgt er wel voor dat bijna alle Peruanen heel goed kunnen dansen.

Na een leuke nacht zijn we met de taxi (één euro) naar huis gegaan en de volgende dag moest ik al terug naar Cajamarca, zes uur in de auto dus.
Wat ik toen nog allemaal gedaan heb, weet ik niet meer, want het einde van deze blog schrijf ik op vier januari, na ontdekt te hebben dat ik dit bericht zo’n drie weken ben vergeten afschrijven.
Even verwarrend
J.
Tot zo meteen, in mijn volgend bericht waar ik nu aan ga beginnen!
Saludos,
Hanne







donderdag 2 december 2010

weer een maand voorbij

Hallo Belgen enzo,
Het is weer even geleden, dus ik heb veel te vertellen. Peru blijft verrassend en leuk!
Om te beginnen, ga ik al helemaal terug naar 31 oktober: Halloween. Hier in Peru vieren alle jongeren dat, maar dan op hun manier. Ze geven feestjes en gaan daar verkleed naartoe. Ik ben met mijn gastnicht naar een Halloween-verjaardagsfeest gegaan van een meisje dat 15 werd, wat hier sowieso al heel hard gevierd wordt. Omdat het een 15e verjaardagsfeest was, was er allemaal gratis eten (heel veel en lekker!) en drank en was er een hele ceremonie, maar het verschil was dat iedereen verkleed was. De jarige was een vampier en daarmee meteen het engste en meest halloweenachtige figuur van het hele feest. De andere meisjes waren cowboys, bunny’s, verpleegsters, duiveltjes, serveersters en zo van die dingen, waarbij de rode draad was: zo weinig mogelijk kledij.
Gelukkig wist ik op voorhand dat het hier niet de gewoonte is om zo lelijk mogelijk als heks naar een Halloweenfeest te gaan, want dan zou ik wel heel hard opgevallen hebben.
Een paar dagen later, in de les fotografie hebben we de foto’s ontwikkeld die we daarvoor moesten trekken. Ik had de mijne met veel liefde en vooral veel tijd getrokken, omdat alles handmatig moest. We moesten zelf focussen, de sluitertijd instellen, het diafragma regelen,… en dan nog aan alle regels van compositie denken en niet zomaar gewone foto’s trekken. De foto’s waren oefeningen, zoals hoeken en ‘planos’ (dat weet ik niet in het nederlands). Ik heb er hard aan gewerkt, maar ik dacht dan ook dat het de moeite waard ging zijn als ik daarna mijn foto’s zou zien… Niet dus. Tijdens het ontwikkelen van nét mijn foto’s, leunde er iemand tegen het lichtknopje. Weg, foto’s!
Dat was wel even pech. ‘Gelukkig’ kreeg ik een nieuw rolletje en mocht ik opnieuw proberen. Al die tijd opnieuw, met evenveel pech erna, maar op dat moment wist ik dat nog niet en aangezien ik vrij cronologisch ga proberen schrijven, hou ik het nog even spannend en komt dat verhaal straks. Ergens tussen Trujillo en Lima. Je zal wel zien.
Dat deel was even wat minder leuk, maar wordt natuurlijk gecompenseerd door de 10000en leuke dingen die ik hier meemaak. Bijvoorbeeld: gaan fitnessen met personal trainer, voor 80 eurocent per keer. Heel vermoeiend, maar het helpt wel. Ik moet wel mijn best doen, want mijn trainer geeft me oefeningen die ik moet afmaken.
Ik ben ook een keer naar aerobicos geweest, een uur bewegen met allemaal vrouwen die precies net zwanger zijn geweest. Wel leuk, maar ik wou toch nog niet meteen een abonnement kopen. Eerst nog wat verder zoeken.
Het volgende leuke deel: Trujillo!
In het weekend van 5 oktober ben ik met mijn gastfamilie op weekend geweest naar hun appartement in Trujillo, een mooie stad aan zee. De zus studeert daar, dus we gingen haar bezoeken. Het was echt heel leuk! De eerste avond ben ik uitgeweest met mijn gastzus, -nicht en –neef en heb ik al een deel van de stad leren kennen. De volgende dag moesten we helaas vroeg opstaan om ruïnes te gaan bezoeken van een oude stad. Ook heel mooi, met nog authentieke tekeningen van bijvoorbeeld Inka’s die hand in hand lopen in een rijtje. Daarna zijn we naar verschillende plaatsen aan zee gegaan, waar ik foto’s heb getrokken met mijn tweede rolletje, in de hoop dat het deze keer wel goed zou komen (niet dus, maar dat wist ik toen nog niet). Opnieuw al mijn foto’s getrokken, deze keer van mijn zus en van de zee, die heel mooi was. Er waren golven en we stonden op een pier van grote rotsblokken. Op die rotsblokken kropen ook heel veel kleine krabben, waarvan ik ook een foto had.
In de namiddag zijn we naar een plaatsje buiten de stad gegaan, waar het beste strand van Trujillo is en waar ik veel surfers heb gezien. Dat zag er enorm leuk uit en als ik in de zomervakantie (januari-maart) naar Trujillo ga, wil ik dat ook eens proberen.
Aan dat strand was ook een pier, een soort brug die over de zee liep en toen we daar even naar een lager stuk wandelden, werden we plots aangevallen door de zee. Alleen ik zag het aankomen, de anderen waren net naar de andere kant aan het kijken. Ik zag een heel grote witte schuimende golf op ons afkomen en meteen daarna waren we helemaal nat! We konden er wel mee lachen en wij niet alleen. Iedereen rond ons was mee aan het lachen omdat we zo overspoeld waren.
Trujillo was de hele tijd heel leuk en is intussen mijn favoriete stad hier, omdat er zee is en ik zoveel van zee, strand en zwemmen hou. Normaal gezien gaat mijn gastfamilie daar elk jaar een maand naartoe in de zomervakantie en ik denk dat we dit jaar in januari gaan. Hopelijk gaat het door! Dan lig ik op het strand terwijl jullie door de sneeuw fietsen, bevriezen, het ijs van de auto krabben, wolkjes blazen, uitglijden en eventueel zelfs examens aan het maken zijn.
Na Trujillo was ik weer een tijdje in Cajamarca waar het leven weer gewoon verder ging zonder strand of zee. Maar niet minder leuk, want Cajamarca blijf verbazen!
Elke keer als ik naar de Plaza de Armas (hoofdplein) ga, zie ik heel mooie dingen en allemaal kleurtjes. De straten zijn hier gevuld met verkopers, kraampjes en vrouwen in de meest kleurrijke kledij. Voor 30eurocent kan je hier vier croissants kopen, die vreemd genoeg écht naar croissants smaken, of een klein bordje met wat frietjes en gefrituurde kip, een vers (groot) glas fruitsap (favoriet: aardbij met appelsien, hmmm) of een heerlijke hotdog met minifritjes (jammie!) en vier sauzen. En zo veel meer.
Hier in de stad lopen ook twee jongleurs rond, die jongleren aan verkeerslichten. Toen ik er eens eentje met van die grote hakmessen zag jongleren, zag dat er zo leuk uit dat ik heb gevraagd of ik ook eens mocht proberen. Op weg van school naar huis even met messen jongleren, dat is eens iets anders. En het lukte! Zo leuk! Het zijn ook niet zo’n gevaarlijke messen, als ik er gewoon mee jongleer kunnen ze mij niet snijden, want ze zijn vrij bot. Maar ik durf er toch geen trucjes mee te oefenen. Ik mocht wel eens een dagje de kegels van mijn vriend-jongleur lenen en toen heb ik wel wat kunnen oefenen. Blijkbaar ben ik het enige meisje in Cajamarca die dat kan
J.

Ook leuk is dat ik intussen al vier pakjes heb gekregen uit België. Omdat ik zelf nog nooit een postbode had gezien, verwachtte ik eerst niet dat ze allemaal gingen aankomen, maar toen ik op een dag bij de post ging vragen waar ze bleven, zeiden ze dat de postbode van mijn wijk op vakantie was en haalden ze van achter hun bureau twee pakjes tevoorschijn met mijn naam er op. Weer wat bijgeleerd: als de postbode op vakantie is, geen post!
Maar dus, heel leuk allemaal! Bedankt mama en papa en Maya voor mijn kleedje, de lekkere Belgische chocolade (!!!), snoepjes, koekjes en de Speculoos waar mijn familie lekker heeft van zitten smullen (dat hadden ze hier nog nooit gezien) en Sylv voor de lading Flairs. Zo nog eens een tijdschrift kunnen lezen in het Nederlands is echt leuk
J.
De pakjes waren tussen twee weken en een maand onderweg, dus wie graag iets wilt opsturen voor sinterklaas of kerstmis mag dat zeker al doen
J. Een brief is ook altijd welkom, dat is heel leuk om te krijgen, zo op de oude manier.
Voor wie mijn adres nog niet weet:
Hanne Heymans
Pje.
Las Sirenas 184
El Ingenio
Cajamarca
Cajamarca, Peru
(Twee keer Cajamarca, omdat ik in de stad Cajamarca woon die in het district Cajamarca ligt).
Vorige week ben ik met mijn faculteit (Communicatiewetenschappen) van de universiteit naar Lima gegaan om bedrijven te bezoeken. We zijn naar radio- en tvstations geweest en naar een groot bedrijf dat werkt met communicatie. Het was een hele leuke reis en we hebben veel leren kennen. Het waren wel vermoeiende dagen, die dan nog begonnen met een busreis van zo’n 17 uur. De eerste dag kwamen we aan in de ochtend in Miraflores, het veiligste district van Lima. Dat is een van de plaatsen in de stad waar je gewoon kan rondwandelen zonder beroofd te worden. Lima is enorm groot en bestaat uit vele districten (zo groot als een kleine stad) waarvan er sommige heel gevaarlijk zijn, maar die hebben we natuurlijk niet bezocht. In Miraflores had de univ een hostal gevonden waar we voor minder dan 10 euro per nacht konden logeren, maar we zijn vanaf de tweede nacht in een veel leuker hostal gaan slapen waar een groepje anderen ook logeerden die in onze richting zitten. Dat hostal had een pingpongtafel, een pooltafel, een hele oude mooie auto (waarmee we een dagje naar een van de bedrijven zijn gebracht), leuke mensen én het kostte maar zo’n vier euro per nacht. Het was echt een enorm leuke plek!
De eerste dag zijn we met heel de groep in Cantucky Fried Chicken en Burgerking gaan eten, omdat die dingen alleen in de hoofdstad bestaan en daarna zijn we een eerste radio gaan bezoeken. Het was een nationale radio, maar in vergelijking met de radio van het kleine België zagen hun studio’s er wel heel klein en amateuristisch uit. Voor elke radio was er een klein kamertje waar zowel het bureau als de studio van de presentator en de producer was en iedereen kon daar gewoon binnenvallen. Terwijl we binnen in zo’n bureautje stonden, was er zelfs iemand aan het presenteren. Dan moesten we wel even stil zijn.
Na de radio zijn we in de avond naar een paar bars geweest en dan gaan slapen. De volgende dag was de dag dat ik van hostal ben veranderd, dus moest ik vroeg opstaan, maar in de dag was er niet echt veel te doen. We hebben gepingpongd, het centrum van Lima verkend, weer fastfood gegeten en in de nacht weinig geslapen want de volgende ochtend moesten we om vijf uur opstaan om tegen zeven uur in ATV te zijn, een televisiemaatschappij. Daar hebben we live naar het nieuws gekeken in de studio, waar de nieuwslezers tussendoor telkens begonnen te bellen of smsen met hun familie en lelijke schoenen aanhadden, omdat je die toch niet ziet op tv. Miss peru stond ook in die studio en met haar sta ik op een foto. Ook met een of andere bekende peruaanse knapperd, maar die kende ik zelf helemaal niet.
Zo waren alle dagen een beetje. Veel vrije tijd en af en toe een bedrijf gaan bezoeken. Eén avond zijn we naar een muziekgroepje gaan kijken, La Mente. Ik vond ze heel goed en heb me echt geamuseerd. Het was een groepje dat in België nog wel bekend zou kunnen worden, echt leuke muziek, maar niet de muziek waar Peruanen veel naar luisteren.
De laatste avond zijn we naar de Show de los Sueños geweest (show van de dromen), wat eigenlijk de Peruaanse vorm was van Sterren op de dansvloer. Alle bekende peruanen waren daar aan het dansen en wij mochten de liveshow bijwonen. We moesten dan wel heel de tijd vrolijk kijken om te tonen dat het heel boeiend was, maar ik was zo moe dat ik half lag te slapen. Hopelijk ben ik niet in beeld gekomen…
De volgende dag was het al weer tijd om terug te keren naar Cajamarca. 17 uur bus en daarna heel moe thuiskomen na een heel leuke reis.
In Cajamarca had ik dan weer gewoon les, minder leuk dan reizen, maar toch zijn mijn dagen hier heel leuk. Vorige dinsdag zijn we met een groepje AFS’ers en Peruanen naar Harry Potter gaan kijken in de cinema voor één euro. Voor bijna twee euro extra nog een grote popcorn en INCA KOLA en zo werd het een hele leuke avond.
Woensdagavond ben ik nog met echte campesinos (mensen van het platteland) naar hun dorpsfeest geweest, waar een prachtig vuurwerk was en de mensen raar dansten. In de nacht hebben we daar geslapen in een huis zonder water of elektriciteit en in de ochtend zijn we gaan eten in een restaurantje waar ze alles kookten op stukken hout in de tuin. Toen ik daar even naar de wc ging, zag ik heel kleurige haartjes op de grond liggen en daarnaast een paar gepelde cavia’s. In een pan op het hout was een oude vrouw die aan het frituren. Jammie. Ik heb maar varken besteld, waarvoor ze het stuk varken dat aan het plafond van de eetzaal hing gebruikten. Niet echt zo smakelijk.
In de namiddag, heb ik op weg naar huis nog even een koe zien bevallen. Dat heb je als je met Peruaanse dorpmensen op uitstapje gaat. Hun koe was hoogzwanger, dus stopten we even in een veld en haalden ze daar een kalfje uit. Het tripje was echt wel een hele ervaring.
Vrijdag ben ik hier uitgeweest met mijn twee tweelingsbroertjes. Er was niet veel te doen, maar het was wel leuk. Spijtig genoeg moest ik zaterdag vroeg opstaan, maar het was wel voor iets leuks.
Oei, intussen ben ik vergeten vertellen hoe mijn tweede filmrolletje ook volledig wit uitkwam en ik weer geen foto’s had. Bij deze is dat dan ook gezegd en kan ik verder vertellen over zaterdag, want die dag ben ik opnieuw foto’s gaan trekken. Wim en ik hadden met de professor van fotografie in de ochtend in de stad afgesproken om samen op mooie plaatsen foto’s te gaan trekken en ze daarna te ontwikkelen. Ik had gevraagd aan mijn jongleur-vriend of hij wou komen met zijn messen, om wat boeiendere foto’s te hebben en dat is goed gelukt. Het zijn heel leuke foto’s geworden van de mooiste plaatsen van de stad. Na het fotograferen zijn we naar het labo gegaan om eerst het filmpje te ontwikkelen en dan de leukste foto’s op papier te zetten. Een heel proces! Het heeft nog tot zes uur ’s avonds geduurd, maar toen had ik wel 12 leuke foto’s, waarvan er vier al droog waren die ik mee naar huis kon nemen. Maandag kan ik de rest meenemen en dan scan ik ze in zodat ik ze op mijn facebook kan zetten, bij mijn andere foto’s van Peru.
Ontwikkelen is echt boeiend! Na zo’n heel proces zie je langzaamaan je afbeelding op een wit papier verschijnen, dat lijkt echt magisch!
Nu heb ik wel lang genoeg geschreven. En toch waren dit maar een paar van de leuke, boeiende dingen die ik hier meemaak, maar als ik alles wil opschrijven, zitten jullie morgen nog te lezen.

Hasta luego!
Hanne